Heupfracturen komen meestal voor in het proximale dijbeen, het bovenste en grootste bot van het bovenbeen. Het is licht gebogen, zodat het voorste oppervlak boller is dan het achterste. De femurhals, een slank stukje bot dat uit de schacht van het dijbeen steekt en vastzit aan de kogelvormige kop van het dijbeen, is bijzonder kwetsbaar voor breuken.
Heupfracturen kunnen overal langs het dijbeen voorkomen, maar komen het meest voor in het distale dijbeen (het onderste uiteinde van het dijbeen). Een gebroken heup ontstaat meestal wanneer iemand valt en rechtstreeks op zijn heup terechtkomt.